- 1
- De minister verleent met inachtneming van deze regeling en onder het voorbehoud, bedoeld in artikel 65, eerste lid, van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 subsidie ten behoeve van projecten op het gebied van:
-
- a.bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede en discriminatie, nader uitgewerkt in de hoofdstukken I tot en met III in het kader van investeringsprioriteit A in bijlage 1, behorende bij deze regeling;
- b.bevordering van sociale innovatie en transnationale samenwerking, nader uitgewerkt in hoofdstuk IV in het kader van investeringsprioriteit A in bijlage 1, behorende bij deze regeling;
- c.bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit, nader uitgewerkt in de hoofdstukken V en Va in het kader van investeringsprioriteit B in bijlage 1, behorende bij deze regeling;
- d.bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit, nader uitgewerkt in hoofdstuk VI in het kader van investeringsprioriteit C in bijlage 1, behorende bij deze regeling;
- e. bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie, nader uitgewerkt in bijlage 1a in het kader van investeringsprioriteit D, behorende bij deze regeling.
- 2
- De hoofdstukken, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b, c en d, en bijlage 1a, bevatten nadere regels in het verlengde van en met inachtneming van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en Verordening (EU) nr. 1304/2013.