Responsive image

Artikel 12 Subsidiabele kosten

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 12 Subsidiabele kosten

    1
  • Ter uitvoering van de subsidiabele activiteiten van het project, vermeld in bijlage 1 of bijlage 1a, komen voor subsidiëring de volgende kostensoorten in aanmerking:
    • a.externe kosten;
    • b.directe loonkosten voor zover deze berekend zijn op basis van het aantal werkelijk gerealiseerde uren tegen een individueel berekend tarief op basis van het brutoloon, vermeerderd met een opslag van 32% van het brutoloon en waarbij het aantal werkbare uren per jaar is gesteld op 1.720 bij een voltijds dienstverband;
    • c.plaatsingssubsidies.
    2
  • Ten behoeve van het beheer van het project komen voor subsidiëring uitsluitend de volgende kostensoorten in aanmerking:
    • a.externe kosten voor projectcoördinatie en -administratie;
    • b.directe loonkosten projectcoördinatie en -administratie voor zover deze berekend zijn op basis van het aantal werkelijk gerealiseerde uren tegen een individueel berekend tarief op basis van het brutoloon, vermeerderd met een opslag van 32% en waarbij het aantal werkbare uren per jaar is gesteld op 1.720 bij een voltijds dienstverband.
    3
  • De directe loonkosten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdeel b, worden verhoogd met een opslag van 40% ter dekking van de overige subsidiabele kosten van het subproject.
    4
  • Indien een medewerker op basis van een percentage van zijn arbeidstijd wordt ingezet voor uitsluitend projectactiviteiten, wordt ten hoogste 83% van dat percentage opgenomen in de financiële administratie.
    5
  • Per subproject kan maximaal één kostensoort als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, b en c worden verantwoord.
    6
  • Per project kan maximaal één kostensoort als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a en b worden verantwoord.
    7
  • De in het tweede lid genoemde externe kosten van projectcoördinatie en -administratie of de directe loonkosten van projectcoördinatie en -administratie inclusief de in het derde lid genoemde opslag hierop, bedragen maximaal 10% van het totaal van de subsidiabele kosten, genoemd in het eerste lid, onderdeel a en b, inclusief de in het derde lid genoemde opslag, en onderdeel c.
    8
  • In afwijking van het eerste en tweede lid zijn kosten gemaakt door verbonden organisaties slechts subsidiabel op basis van directe loonkosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of directe loonkosten projectcoördinatie en -administratie als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b.
    9
  • Onder een verbonden organisatie als bedoeld in het achtste lid wordt verstaan een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie:
    • a.waarop de subsidieontvanger, dan wel een bij het project betrokken partij, direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen;
    • b.die direct of indirect een overheersende invloed op de subsidieontvanger, dan wel op een bij het project betrokken partij, kan uitoefenen; of
    • c.die, tezamen met de subsidieontvanger, dan wel met een bij het project betrokken partij, direct of indirect onderworpen is aan de overheersende invloed van een andere organisatie uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften.
    10
  • Overheersende invloed als bedoeld in het negende lid wordt vermoed, indien een organisatie direct of indirect, ten opzichte van een andere organisatie:
    • a.de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de organisatie bezit;
    • b.over de meerderheid van de stemmen beschikt die aan de door de organisatie uitgegeven aandelen zijn verbonden; of
    • c.meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de organisatie kan benoemen.
    11
  • De kosten, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn daadwerkelijk gemaakt en betaald, waarbij de kosten ten laste van het project zijn gebleven en rechtstreeks aan de uitvoering of het beheer van het project zijn toe te rekenen.
    12
  • Onverminderd de subsidievormen, genoemd in het eerste lid, komen de volgende kostensoorten tevens voor subsidiëring in aanmerking:
    • a.standaardschalen van eenheidskosten;
    • b.lump sums;
    • c.forfaitaire financiering, bepaald door een percentage toe te passen op een of meer gedefinieerde categorieën kosten.
    13
  • De minister stelt ambtshalve vast welke subsidievorm, bedoeld in het eerste of twaalfde lid, wordt toegepast, alsmede in hoeverre een eventuele combinatie van deze subsidievormen mogelijk is.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.