Een aanvraag tot verlening van subsidie wordt door de minister geheel of gedeeltelijk afgewezen, indien:
- a.de subsidieaanvraag niet voldoet aan de daaraan bij en krachtens deze regeling gestelde eisen;
- b.de kosten van het project niet in een redelijke verhouding staan tot de daarvan te verwachten resultaten;
- c.onvoldoende zekerheid bestaat over de financiering van de totale noodzakelijkerwijs ten behoeve van de voorbereiding en de uitvoering van het project te maken kosten;
- d.onvoldoende zekerheid bestaat dat de administratie van de subsidieaanvrager zal voldoen aan de daaraan gestelde eisen;
- e.onaannemelijk is dat de subsidieaanvrager de subsidiabele activiteiten in voldoende mate in kwalitatieve of kwantitatieve zin kan beïnvloeden of realiseren;
- f.onaannemelijk is dat met de door de subsidieaanvrager toegepaste werkwijze de met de subsidie beoogde doelstelling wordt bereikt;
- g.onaannemelijk is dat de voorgenomen subsidiabele activiteiten en subsidiabele kosten eenvoudig te verantwoorden en te controleren zijn;
- h.de kosten reeds uit anderen hoofde worden gefinancierd ten laste van Europese subsidieprogramma’s;
- i.dezelfde subsidiabele kosten reeds uit hoofde van nationale subsidieprogramma’s worden gefinancierd zodanig dat de totale financiering van de subsidiabele kosten meer dan 100% bedraagt;
- j.onaannemelijk is dat subsidieaanvrager beschikt over operationele en financiële capaciteit voor de uitvoering van de voorgenomen activiteiten;
- k.anderszins niet aannemelijk is op grond van diens eerdere subsidieverleningen voor vergelijkbare activiteiten dat de subsidieaanvrager de activiteiten goed zal uitvoeren en aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen zal voldoen.