Dit Verdrag is van toepassing
- 1.wat Japan betreft,
- a.op de volgende Japanse pensioenregelingen:
- i.het nationaal pensioen (met uitzondering van het nationaal pensioenfonds);
- ii.de pensioenverzekering voor werknemers (met uitzondering van het pensioenfonds van werknemers);
- iii.het onderling pensioen voor rijksambtenaren;
- iv.het onderling pensioen voor lokale ambtenaren en personeel met vergelijkbare status (met uitzondering van de pensioenregeling voor leden van lokale raden); en
- v.het onderling pensioen voor personeel van particuliere scholen; (de onder ii tot en met v omschreven Japanse pensioenregelingen worden hierna aangeduid als de „Japanse pensioenregelingen voor werknemers”);voor de toepassing van dit Verdrag wordt onder het nationaal pensioen evenwel niet verstaan het aanvullend ouderdomspensioen of andere pensioenen die tijdelijk of aanvullend worden verstrekt ten behoeve van welzijn en die geheel of voornamelijk uit de middelen van de nationale overheid worden betaald; en
- b.op de Japanse ziektekostenverzekeringsstelsels die uit hoofde van de volgende wetten, als gewijzigd, worden uitgevoerd:
- i.Wet op de ziektekostenverzekering (wet nr. 70. 1922);
- ii.Wet op de verzekering van zeelieden (met inbegrip van de bepalingen inzake werknemersverzekering en verzekeringen tegen schade door bedrijfsongevallen voor werknemers), (wet nr. 73, 1939);
- iii.Wet op de nationale ziektekostenverzekering (wet nr. 192, 1958);
- iv.Wet inzake de vereniging voor onderlinge bijstand voor rijksambtenaren (wet nr. 128, 1958);
- v.Wet inzake de vereniging voor onderlinge bijstand voor lokale ambtenaren en daarmee vergelijkbaar personeel (wet nr. 152, 1962);
- vi.Wet inzake de onderlinge bijstand voor personeel van particuliere scholen (wet nr. 245, 1953); en
- vii.Wet op de veiligheid van gezondheidszorg voor senioren (wet nr. 80, 1982); voor de toepassing van dit Verdrag zijn de artikelen 5, 14 tot en met 21, 26, 27, 30 (met uitzondering van het derde lid) en artikel 32, tweede lid, evenwel uitsluitend van toepassing op de Japanse pensioenregelingen bedoeld in onderdeel a van dit lid; en
- 2.wat Nederland betreft, op de volgende takken van sociale zekerheid:
- a.arbeidsongeschiktheidsuitkeringen;
- b.ouderdomspensioenen;
- c.nabestaandenuitkeringen;
- d.kinderbijslagen;
- e.uitkeringen bij ziekte en moederschap;
- f.verstrekkingen in natura bij ziekte; en
- g.werkloosheidsuitkeringen;
voor de toepassing van dit Verdrag zijn de artikelen 14 tot en met 21, 26, 30 (met uitzondering van het derde lid) en artikel 32, tweede lid, evenwel niet van toepassing op de takken van sociale zekerheid bedoeld in de onderdelen d tot en met g van dit lid, en de artikelen 5, 27 en artikel 31, tweede lid, zijn niet van toepassing op de takken van sociale zekerheid bedoeld in de onderdelen d, f en g van dit lid.