Overgang onder algemene titel in het kader van een zuivere splitsing
Artikel 14a Wet Vpb 1969 geldt zowel voor zuivere splitsing naar Nederlands recht als voor zuivere splitsing naar buitenlands recht. Wel is de zuivere splitsing naar Nederlands recht leidend in die zin, dat de inhoud die naar Nederlands recht toekomt aan het begrip overgang onder algemene titel en het begrip zuivere splitsing beslissend is voor de vraag of een buitenlandse rechtshandeling kwalificeert als de door artikel 14a bedoelde zuivere splitsing.
De zuivere splitsing naar Nederlands recht is “de rechtshandeling waarbij het vermogen van een rechtspersoon die bij de splitsing ophoudt te bestaan onder algemene titel overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving wordt verkregen door twee of meer andere rechtspersonen” (artikel 334a, tweede lid, van Boek 2 van het BW).
In beginsel worden de aandeelhouders van de splitsende rechtspersoon door de splitsing aandeelhouder van alle verkrijgende rechtspersonen. Een voor de praktijk belangrijke uitzondering is de zogenoemde ruziesplitsing. Hierbij worden aandeelhouders gescheiden. De ene aandeelhouder wordt wel aandeelhouder in een bepaalde verkrijgende rechtspersoon en de ander niet (deze mogelijkheid wordt geregeld in artikel 334cc van Boek 2 van het BW).