Het pensioenregister en de uitvoerders dienen bij de vormgeving van de gegevensverstrekking, bedoeld in artikel 51, tweede lid, onderdeel b, van de Pensioenwet dan wel artikel 62, tweede lid, onderdeel b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling alle noodzakelijke privacy- en gegevensdelingswaarborgen in acht te nemen.