De uitvoerder informeert de klager bij een gehele of een gedeeltelijke afwijzing van diens klacht over de uitvoering van het pensioenreglement over de mogelijkheid om dit geschil voor te leggen aan de op grond van artikel 48c van de Pensioenwet dan wel artikel 59c van de Wet verplichte beroepspensioenregeling aangewezen geschilleninstantie waarbij zij is aangesloten, onder vermelding van de adresgegevens en de geldende termijnen. Daarbij wordt tevens vermeld dat een geschil ook direct bij een burgerlijke rechter aanhangig kan worden gemaakt.