De ontvangende uitvoerder verstrekt de opgave of voorlopige opgave, bedoeld in artikel 18, binnen twee maanden na ontvangst aan de deelnemer onder vermelding van de aanspraken die zullen voortvloeien uit de waardeoverdracht en de wijze waarop de aanspraken in de pensioenregeling, ondergebracht bij de ontvangende uitvoerder, zullen worden behandeld. Bij de informatie over toeslagverlening is artikel 4, tweede lid van overeenkomstige toepassing. Indien toepassing is gegeven aan artikel 19a of artikel 19b wordt de termijn, bedoeld in dit artikel, met twee maanden verlengd.