Bij een aanvraag, als bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de wet, geschiedt de vaststelling van de juistheid van de identiteit van de aanvrager door middel van eHerkenning op basis van minimaal betrouwbaarheidsniveau 2.
Artikel 8a
Bij een aanvraag, als bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de wet, geschiedt de vaststelling van de juistheid van de identiteit van de aanvrager door middel van eHerkenning op basis van minimaal betrouwbaarheidsniveau 2.