Responsive image

Artikel 3.13b.10 (Provisie)

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3.13b.10 (Provisie)

Bij vaststelling van het tarief van de provisie, bedoeld in artikel 32, derde lid, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies, wordt voor de GO-C garantie op de verstrekte lening de GO-systematiek gevolgd, behoudens een enkele uitzondering.

De (periodieke) provisie wordt voor de garantie op de verstrekte lening berekend door alle door de financier over het gegarandeerde deel van de lening ontvangen inkomsten te verminderen met:

Voor de beheerkosten wordt derhalve een hogere compensatie toegestaan dan op grond van de GO (daar 0,25%). Deze hogere vergoeding voor beheerkosten ad 0,5% is gerechtvaardigd omdat de financier vanwege de hogere garantstelling alleen over het niet gegarandeerde van de lening, zijnde 10%, de volledige marge ontvangt. Immers artikel 3.12b.10 leidt ertoe dat de financier over het gegarandeerde deel van de lening, hetgeen bij de GO 50%, maar bij de GO-C 80%-90% van de lening is, minder inkomsten zal genereren. Dit terwijl de kosten voor de bank van het beheer van de lening niet lager zullen zijn. De hogere vergoeding dan bij de GO voor beheerskosten voor de GO-C zal er toe leiden dat de overall bekostiging voor de gedurende de looptijd door de financier gemaakte kosten, in lijn is met de overall bekostiging voor de gedurende looptijd door de financier gemaakte kosten voor de GO.

Anders dan bij de GO zal de financier ook indien in voorkomend geval een afsluitprovisie van meer dan 0,5% van de lening in rekening wordt gebracht, deze niet hoeven af te dragen aan de Staat. Dit om de volgende reden. De afsluitprovisie weerspiegelt de initiële kosten die gemaakt worden voor het verstrekken van het krediet. De GO-C biedt in artikel 4, derde lid, van de model garantstellingsovereenkomst de mogelijkheid dat de financiers een grotere uitvoeringsverantwoordelijkheid kunnen krijgen bij het onder de garantie brengen van de lening. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 4. Dit zal er toe leiden dat de financiers meer kosten zullen maken. Tevens zullen hierdoor de werkzaamheden voor de Staat initieel minder zijn dan bij de reguliere GO. Dit is de reden dat wordt afgezien van de afsluitprovisie ten gunste van de Staat. Dit leidt er tevens toe dat de uitvoeringskosten voor de Staat als garantsteller lager zullen zijn omdat de afsluitprovisie niet apart behoeft te worden verrekend. Deze afsluitprovisie mag nooit meer bedragen dan 1%. Dit is opgenomen in artikel 3, onderdeel r, van de model garantstellingsovereenkomst. Het verschil tussen de GO en de GO-C is derhalve dat bij een afsluitprovisie tussen de 0,5% en 1%, het meerdere van deze afsluitprovisie boven 0,5% niet pro rata het garantstellingspercentage, voor 50% (GO) dan wel 80%-90% (GO-C), behoeft te worden afgedragen aan de Staat.

Op grond van paragraaf 3.2, onderdeel 25, onder a, van de tijdelijke kaderregeling is voorts een minimumprovisie voorgeschreven. Ook dit is anders dan bij de GO. Deze minimumprovisie is opgenomen in artikel 3.13b.10, derde lid.

Tot slot is in artikel 6 van de model garantstellingsovereenkomst (zie artikel I, onderdeel E), anders dan bij de GO, geen bepaling opgenomen die ertoe leidt dat provisie ook bij vervroegde aflossing volledig verschuldigd is. In artikel 6, vijfde lid, is nu alleen opgenomen dat indien een lening waarvoor een garantie is verstrekt, geheel vervroegd wordt afgelost, de te betalen reeds verschuldigde provisie betaald wordt bij de beëindiging van de garantstelling. De reden hiervoor is dat zowel de financier, als de Staat als de onderneming er belang bij hebben dat er zo snel mogelijk op de GO-C wordt afgelost. Hierdoor vermindert het risico voor alle partijen.

  • a.een vergoeding van 0,5% per jaar voor de beheerkosten;
  • b.de fundingkosten, vermeerderd met de liquiditeitsopslag; en
  • c.de afsluitprovisie.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.