Responsive image

Artikel 3.13b.1 (Begripsbepalingen)

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3.13b.1 (Begripsbepalingen)

In dit artikel is opgenomen welke lening (niet achtergesteld), aan welke ondernemers (met liquiditeitsbehoefte, die wordt vastgesteld op basis van een liquiditeitsplanning, als gevolg van de uitbraak van het coronavirus en niet al in moeilijkheden op 31 december 2019) onder de garantstelling kan worden gebracht en wat de maximale hoofdsom van de lening is. Deze voorwaarden zijn goeddeels ontleend aan de tijdelijke kaderregeling. Op grond van de tijdelijke kaderregeling kan een garantstelling zien op een lening voor werkkapitaal of voor investeringskosten (zie daarvoor onderdeel 25, onder g en voetnoot 22, van de tijdelijke kaderregeling). In deze regeling wordt een garantstelling voor een lening voor investeringskosten echter beperkt tot investeringen die:

  • noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering; of
  • waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan die moeten worden nagekomen. De reden hiervoor is dat de garantstelling is bedoeld om bedrijven te helpen om aan hun dagelijkse betaalverplichtingen te kunnen blijven voldoen. Nieuwe investeringen voor de langere termijn passen daar niet in, hiervoor kan desgewenst de bestaande GO-module worden gebruikt. In sommige gevallen zullen ook in deze periode investeringen gedaan moeten worden, bijvoorbeeld in verband met de lopende bedrijfsvoering, zoals vervangingsinvesteringen. Deze moeten uiteraard, ook bij liquiditeitstekorten doorgang kunnen vinden, omdat de onderneming hieruit zijn inkomsten haalt. Er kunnen voor de uitbraak van het coronavirus ook verplichtingen zijn aangegaan voor andersoortige investeringen. Indien deze verplichtingen moeten worden nagekomen en bijvoorbeeld ook niet kunnen worden uitgesteld dan zullen ook deze kosten voldaan moeten worden. De uitbraak van het coronavirus is een uitzonderlijke omstandigheid, zodat ook voor dergelijk uitstel vaak meer mogelijkheden zijn dan onder normale omstandigheden.
  • In verband met het maximum leningbedrag biedt onderdeel 25, onder d, van de tijdelijke kaderregeling drie manieren (subonderdelen i, ii, en iii) waarop dat maximum kan worden bepaald. Deze zijn in deze regeling opgenomen in artikel 3.13b.1, eerste lid, onderdeel e. In verband met de toepassing van artikel 25, onder d, subonderdeel iii, wordt opgemerkt dat deze kan worden toegepast omdat voor de GO-C grote aantallen aanvragen worden verwacht. Deze moeten snel en eenvoudig kunnen worden afgehandeld, zodat de betrokken ondernemer eveneens snel over zijn lening kan beschikken en kan worden voorzien in zijn liquiditeitsbehoefte. Het opstellen van een liquiditeitsplanning, zoals bedoeld in artikel 25 (d) (iii) is een gebruikelijke, snelle en eenvoudige manier om de liquiditeitsbehoefte van de ondernemer vast te stellen en sluit vanzelfsprekend ook aan bij de bancaire praktijk. Deze methode maakt het derhalve mogelijk om de lening snel te kunnen verstrekken.

    In artikel 3.13b.1, eerste lid, onderdeel g, is opgenomen dat voor een lening die onder de garantstelling wordt gebracht een rente in rekening wordt gebracht die gelijk is aan de rente die voor een vergelijkbare lening die zonder garantie wordt verstrekt, in rekening wordt gebracht. Dit betekent dat GO-C leningen door de bank marktconform moeten worden geprijsd, volgens de eigen rating- en risicomodellen van de bank, alsof er geen garantie is. De bank draagt een deel van de rentemarge als garantieprovisie af aan de Staat, conform de berekening die is opgenomen in art. 3.13b.10 (zie de toelichting bij dat artikel). De onderneming betaalt geen garantieprovisie bovenop de rente die wordt betaald aan de bank. De garantie van de Staat werkt aldus niet kostenverhogend voor de onderneming. Overigens zou ook zonder deze bepaling de bevoegdheid van de minister om op grond van artikel 3.13b.10, tweede lid, een hoger tarief voor de provisie vast te stellen, indien de provisie te laag is in relatie tot het risico dat de Staat loopt, tot eenzelfde resultaat leiden. Er is echter voor gekozen dit te expliciteren, mede in het licht van de mogelijkheid die is opgenomen in artikel 4, vierde lid, van de model garantstellingsovereenkomst (zie de toelichting bij dat artikel), voor de minister om af te wijken van de aanvraagprocedure.

    EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
    • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
    • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
    • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
    Responsive image
    Responsive image
    • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
    • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
    • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
    • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.