- 1
- Ten behoeve van vreemdelingen met de Noord-Koreaanse nationaliteit worden geen tewerkstellingsvergunningen of gecombineerde vergunningen verleend.
- 2
- Het eerste lid is niet van toepassing indien het Sanctiecomité, bedoeld in Resolutie 1718 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, vooraf per geval goedkeuring geeft voor de tewerkstelling van vreemdelingen met de Noord-Koreaanse nationaliteit omdat het dit nodig acht voor de verstrekking van humanitaire bijstand, denuclearisatie, of enig ander doel dat verenigbaar is met de doelstellingen van de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016), 2321 (2016), 2356 (2017) of 2371 (2017).
- 3
- Het verbod met betrekking tot de vreemdeling met de Noord-Koreaanse nationaliteit is van toepassing op artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3.1, 3.3, 3.4, 4.1, 4.2, 4.3, met uitzondering van artikel 4.3, eerste lid, onder c, en daarnaast op de artikelen 4.4, 5.1, 5.2, 6.3, 6.4, 7.1, 7.2, 7.3, 7.4, 7.5, 7.6 en 7.7.