Responsive image

Artikel 2.5 Student aan Academie van Bouwkunst

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 2.5 Student aan Academie van Bouwkunst

    1
  • Het verbod is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die beschikt over een verblijfsvergunning regulier onder de beperking in verband met studie als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 of die rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onder e, van de Vreemdelingenwet 2000, en arbeid verricht die noodzakelijk is voor het opdoen van werkervaring in het kader van een opleiding aan een Academie van Bouwkunst waarbij werk en studie worden gecombineerd, mits:
    • a.de tewerkstelling plaatsvindt op grond van een arbeidsovereenkomst waarin in ieder geval het aantal te werken uren per week, de ingangsdatum en duur van het contract en de beloning worden vermeld;
    • b.een tripartiete overeenkomst wordt gesloten tussen de onderwijsinstelling, de werkgever, en de student;
    • c.de tripartiete overeenkomst en arbeidsovereenkomst aanwezig is bij de werkgever op de werkplek;
    • d.de arbeid verricht wordt voor de duur van maximaal 32 uur per week; en
    • e.de student loon ontvangt dat marktconform is.
    2
  • Dit artikel is van toepassing op de instroom van de eerste 50 studenten per studiejaar voor de Academies van Bouwkunst gezamenlijk, die niet de nationaliteit bezitten van een staat die partij is bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, dan wel van Zwitserland.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.