- § 1
- Dit Verdrag kan, ongewijzigd of met overeengekomen wijzigingen, worden uitgebreid tot een van de Nederlandse Overzeese Rijksdelen, indien dit gebied rechten heft van in wezen gelijksoortige aard met de rechten, genoemd in artikel 1 van dit Verdrag. Over zodanige uitbreiding zullen beide Staten zich verstaan door een notawisseling; in deze nota's zullen zij vastleggen de datum van het in werking treden van de uitbreiding, de wijzigingen en de voorwaarden (daaronder begrepen die, welke betrekking hebben op de opzegging), waaronder het Verdrag van toepassing zal zijn.
- § 2
- Tenzij door beide Verdragsluitende Staten uitdrukkelijk anders is overeengekomen, zal de beëindiging met betrekking tot Zweden of Nederland van dit Verdrag krachtens artikel 18 een einde maken aan de toepassing van dit Verdrag met betrekking tot elk gebied, waartoe dit Verdrag krachtens dit artikel is uitgebreid.