In het geval van werknemers die naar het grondgebied van een andere staat worden gezonden, zoals voorzien in artikel 7, eerste lid van het Verdrag, geeft het verbindingsorgaan van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan de werkgever is gevestigd op verzoek van de werkgever of van de werknemer een verklaring af waaruit blijkt dat de werknemer voor de duur van zijn werkzaamheden op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij onderworpen blijft aan de wetgeving van de eerstgenoemde Verdragsluitende Partij. Een afschrift van voornoemde verklaring dient aan het verbindingsorgaan van de andere Verdragsluitende Partij te worden gezonden. De verklaring wordt afgegeven volgens het overeengekomen model.