1. Op verzoek van de verzoekende autoriteit gaat de aangezochte autoriteit over tot invordering van schuldvorderingen waarvoor een titel voor het nemen van executiemaatregelen in de staat van de verzoekende autoriteit bestaat.
2. Zodra de verzoekende autoriteit kennis krijgt van nuttige inlichtingen betreffende de zaak die de aanleiding tot het verzoek tot invordering vormde, doet zij die aan de aangezochte autoriteit toekomen.