Een persoon die:
- a.een vaste woonplaats heeft in Nieuw-Zeeland;
- b.slechts gerechtigd is een uitkering te ontvangen bij toepassing van de bepalingen inzake optelling van artikel 7; en
- c.hetzij:
- i.Nieuw-Zeeland verlaat met het voornemen te gaan wonen in een derde staat voor een periode van langer dan 26 weken, of
- ii.woont in een derde staat voor een periode van langer dan 26 weken;
is niet gerechtigd een Nieuw-Zeelands pensioen of een veteranenpensioen te ontvangen terwijl hij zich buiten Nieuw-Zeeland of Nederland bevindt, tenzij hij of zij gerechtigd is die uitkering te ontvangen krachtens een verdrag inzake sociale zekerheid die Nieuw-Zeeland is aangegaan met die derde staat.