Persoonsgegevens die langs geautomatiseerde weg worden verwerkt, dienen:
- a.op eerlijke en rechtmatige wijze te worden verkregen en verwerkt;
- b.te worden opgeslagen voor bepaalde en legitieme doeleinden en niet te worden gebruikt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden;
- c.toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden opgeslagen;
- d.nauwkeurig te zijn en, zo nodig, te worden bijgewerkt;
- e.te worden bewaard in een zodanige vorm dat de betrokkene hierdoor niet langer te identificeren is dan strikt noodzakelijk is voor het doel waarvoor de gegevens zijn opgeslagen.