Het bedrag van de prestatie bedoeld in artikel 32 wordt berekend naar rato van de totale duur van de door de overledene vervulde verzekeringstijdvakken krachtens de Nederlandse wetgeving tussen de datum waarop hij of zij de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt en de datum waarop hij of zij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, tot het tijdvak tussen de datum waarop hij of zij de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt en de datum van overlijden, maar uiterlijk de datum waarop hij of zij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.