Wanneer een persoon op wie dit Verdrag van toepassing is, op het tijdstip waarop de arbeidsongeschiktheid met daarop volgende invaliditeit is ontstaan, onderworpen was aan de wetgeving van Macedonië inzake pensioenen en recht had op een Macedonische invaliditeitsuitkering, en hij voordien in totaal een verzekeringstijdvak had vervuld van ten minste twaalf maanden krachtens de Nederlandse wetgeving inzake invaliditeitsverzekering, heeft hij recht op een uitkering krachtens laatstgenoemde wetgeving, berekend volgens de regels van artikel 30.