Indien een persoon ingevolge de artikelen 10, 11 of 13 onderworpen blijft aan de wetgeving van een Verdragsluitende Partij vanuit het grondgebied waarvan hij is gezonden naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, zijn die artikelen van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van die persoon die hem vergezellen, tenzij zij zelf als werknemer of zelfstandige werkzaam zijn op het grondgebied van laatstgenoemde Verdragsluitende Partij.