Verstrekkingen in geval van terugkeer naar of overbrenging van de woonplaats naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij tijdens ziekte of moederschap
- 1
- Om in de staat van zijn nieuwe woonplaats verstrekkingen te kunnen blijven ontvangen, legt de in artikel 20, tweede lid, van het Verdrag bedoelde persoon aan het orgaan van zijn nieuwe woonplaats een verklaring over, waarbij het bevoegde orgaan hem toestaat na de overbrenging van zijn woonplaats het recht op verstrekkingen te behouden. Het laatstgenoemde orgaan geeft in deze verklaring indien van toepassing de maximumduur aan waarover volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving verstrekkingen mogen worden verleend. Het bevoegde orgaan kan op verzoek van de betrokkene of van het orgaan van de nieuwe woonplaats de verklaring ook na de overbrenging van de woonplaats afgeven, wanneer deze niet tevoren kon worden opgesteld en hiervoor redenen konden worden aangevoerd.
- 2
- Wat betreft het verlenen van verstrekkingen door het orgaan van de nieuwe woonplaats, zijn de bepalingen van artikel 10 van overeenkomstige toepassing.