- 1
- De bevoegde autoriteiten van de Staten wisselen die inlichtingen uit, die nodig zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of van de nationale wetgeving van de Staten betreffende de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is, voor zover de heffing van die belastingen niet in strijd is met de Overeenkomst, alsmede om het ontgaan van belasting te voorkomen. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door artikel 1. De door een van de Staten ontvangen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die volgens de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (waaronder begrepen rechterlijke instanties en administratiefrechtelijke lichamen) die betrokken zijn bij de vaststelling of invordering van, de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van, of de beslissing in beroepszaken betrekking hebbende op de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is. Deze personen of autoriteiten mogen van de inlichtingen alleen voor deze doeleinden gebruik maken. Zij mogen de inlichtingen bekend maken in openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen.
- 2
- In geen geval worden de bepalingen van het eerste lid zo uitgelegd dat zij een van de Staten de verplichting opleggen:
-
- a.administratieve maatregelen te nemen, die in strijd zijn met de wetgeving of de administratieve praktijk van die of van de andere Staat;
- b.inlichtingen te verstrekken, die niet verkrijgbaar zijn krachtens de wetgeving of in de normale gang van zaken in de administratie van die of van de andere Staat;
- c.inlichtingen te verstrekken, die een handels-, bedrijfs- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze zouden onthullen, of inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.