Responsive image

Artikel 4 Fiscale woonplaats

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 4 Fiscale woonplaats

    1
  • Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt de vraag of een persoon bij zijn overlijden inwoner van een van de Staten was, beslist overeenkomstig de wetgeving van die Staat.
    2
  • Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden een natuurlijke persoon die deel uitmaakte van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van een van de Staten in de andere Staat of in een derde Staat en die onderdaan was van de zendstaat, alsmede bij hem wonende leden van zijn gezin, geacht inwoner van de zendstaat te zijn geweest, indien hun erfgenamen of legatarissen in die Staat aan dezelfde verplichtingen ter zake van belastingen van nalatenschappen en verkrijgingen krachtens erfrecht zijn onderworpen als erfgenamen en legatarissen van personen die inwoner zijn van die Staat.
    3
  • Indien een persoon ingevolge de bepaling van het eerste lid inwoner van beide Staten was, gelden de volgende regels:
    • a)Hij wordt geacht inwoner te zijn geweest van de Staat waar hij een duurzaam tehuis tot zijn beschikking had. Indien hij in beide Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking had, wordt zijn woonplaats geacht te zijn in de Staat waarmede zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwst waren (middelpunt van de levensbelangen). In het geval van een persoon die Israël is binnengekomen als een „Oleh” (d.w.z. met een visum uitgegeven ingevolge het tweede lid van de Wet op de terugkeer, 5710-1950, of die, na zijn binnenkomst in Israël een „Oleh's certificaat” heeft aangevraagd en gekregen op de voet van het derde lid van genoemde Wet, zulk een persoon hierna te noemen „Oleh”), wordt het middelpunt van zijn levensbelangen geacht in Israël te zijn, tenzij de bevoegde autoriteiten van beide Staten het er over eens zijn, dat alle bewijsmateriaal tezamen beschouwd duidelijk en overtuigend op het tegendeel wijst;
    • b)Indien niet kan worden bepaald in welke Staat hij het middelpunt van zijn levensbelangen had, of indien hij in geen van de Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking had, wordt zijn woonplaats geacht te zijn in de Staat waar hij gewoonlijk verbleef;
    • c)Indien hij in beide Staten of in geen van beide gewoonlijk verbleef, wordt zijn woonplaats geacht te zijn in de Staat waarvan hij onderdaan was;
    • d)Indien hij onderdaan was van beide Staten of van geen van beide, regelen de bevoegde autoriteiten van de Staten de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.