- 1
- Schulden, waarvoor een vermogensbestanddeel als bedoeld in artikel 5 uitdrukkelijk is verbonden, worden op de waarde van dat vermogensbestanddeel in mindering gebracht. Schulden, waarvoor een vermogensbestanddeel als bedoeld in artikel 5 niet uitdrukkelijk is verbonden, doch die verband houden met de verkrijging, de omzetting, het herstel of het onderhoud van zulk een vermogensbestanddeel, worden op de waarde van dat vermogensbestanddeel in mindering gebracht.
- 2
- Onder voorbehoud van het eerste lid worden schulden die betrekking hebben op een vaste inrichting van een onderneming of op een vast middelpunt gebezigd voor de uitoefening van een vrij beroep of van andere zelfstandige werkzaamheden van soortgelijke aard, schulden die betrekking hebben op een zeevaart- of luchtvaartbedrijf en schulden die verband houden met een aanmerkelijk belang, naar gelang van het geval, in mindering gebracht op de waarde van de in artikel 6, artikel 7 of artikel 8 bedoelde vermogensbestanddelen.
- 3
- Andere schulden worden in mindering gebracht op de waarde van vermogensbestanddelen waarop artikel 9 van toepassing is.
- 4
- Indien een schuld de waarde van het vermogensbestanddeel, waarvan zij volgens het eerste, tweede en derde lid in een van de Staten aftrekbaar is, overschrijdt, wordt het overschot in mindering gebracht op de waarde van enig ander in die Staat belastbaar vermogensbestanddeel.
- 5
- Indien, na toepassing van de verminderingen als bedoeld in de voorgaande leden, nog een bedrag overblijft, wordt dit bedrag in mindering gebracht op de waarde van de vermogensbestanddelen, die in de andere Staat aan belasting zijn onderworpen.