De bevoegde autoriteiten van de Staten zullen zodanige inlichtingen (zijnde inlichtingen, welke de belastingautoriteiten geordend voorhanden hebben) uitwisselen als nodig is om aan de bepalingen van dit Verdrag uitvoering te geven of om fraude te voorkomen of om uitvoering te geven aan wettelijke voorzieningen tegen wetsontduiking met betrekking tot de rechten, welke het onderwerp van dit Verdrag vormen. Elke aldus uitgewisselde inlichting zal als geheim worden behandeld en zal niet ter kennis worden gebracht van andere personen, dan die, belast met de aanslagregeling en de inning van de rechten, welke het onderwerp van dit Verdrag vormen. Generlei inlichting als hiervoor is bedoeld, welke een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een handwerks- of handelswerkwijze zou onthullen, zal worden uitgewisseld.