- § 1
- Indien het recht tot het belasten van de nalatenschap van een persoon, die ten tijde van zijn overlijden zijn woonplaats in Finland had, is verdeeld tussen de Staten, mag het recht, te heffen in Finland niet het verschil te boven gaan tussen enerzijds, het recht dat zou zijn geheven, indien de gehele nalatenschap in Finland zou zijn belast, en anderzijds, het recht, dat zou zijn geheven indien slechts dat deel van de nalatenschap in Finland zou zijn belast, dat Nederland gerechtigd is te belasten.
- § 2
- Ongeacht enige andere bepaling van dit Verdrag, is Nederland bevoegd bij het heffen van zijn recht over de nalatenschap van een persoon, die ten tijde van zijn overlijden zijn woonplaats in Nederland had, in de grondslag waarnaar het recht wordt geheven, de gehele nalatenschap te begrijpen, maar zal Nederland een vermindering van zijn recht toestaan, gelijk aan het laagste van de volgende bedragen
-
- (a)het bedrag van het recht, in Finland geheven met betrekking tot zaken, welke volgens de bepalingen van dit Verdrag aan Fins recht zijn onderworpen;
- (b)een zodanig deel van het Nederlandse recht, als het netto bedrag van de zaken, welke volgens de bepalingen van dit Verdrag aan Fins recht zijn onderworpen, staat tot het netto bedrag van de gehele nalatenschap van de overledene.