Elke Partij neemt de maatregelen van wetgevende aard en andere maatregelen die noodzakelijk zijn om te bewerkstelligen dat de personen die worden getroffen door de in artikelen 3, 4 en 5 bedoelde maatregelen en de andere bepalingen in deze afdeling voor zover relevant, beschikken over doeltreffende rechtsmiddelen om hun rechten te beschermen.