- 1
- Elke Partij bewerkstelligt dat zij, op verzoek van een andere Partij, in staat is de bankverrichtingen die gedurende een bepaalde periode worden uitgevoerd door middel van een of meer in het verzoek genoemde rekeningen onder toezicht te plaatsen en de resultaten van het toezicht door te geven aan de verzoekende Partij.
- 2
- In aanvulling op de vereisten van artikel 37, geeft de verzoekende Partij in haar verzoek aan waarom zij de verzochte informatie relevant acht ten behoeve van het strafrechtelijk onderzoek naar het strafbare feit.
- 3
- De beslissing omtrent toezicht wordt in elk afzonderlijk geval genomen door de bevoegde autoriteiten van de aangezochte Partij, met inachtneming van de nationale wetgeving van deze Partij.
- 4
- De bevoegde autoriteiten van de verzoekende en aangezochte Partij komen de praktische aspecten van het toezicht overeen.
- 5
- De Partijen kunnen deze bepaling uitbreiden tot rekeningen die bij niet-bancaire financiële instellingen worden aangehouden.