Elk van de Overeenkomstsluitende Partijen erkent de identiteitsbewijzen van de bemanning die zijn afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de andere Partij. Het identiteitsbewijs afgegeven door het Koninkrijk der Nederlanden is het „Monsterboekje”, terwijl dat afgegeven door de Volksrepubliek China het „Hay-yüan cheng” (Zeemansboek) is.
Voor bemanningsleden uit derde landen werkzaam aan boord van schepen van een van beide Overeenkomstsluitende Partijen gelden als identiteitsbewijzen de paspoorten of erkende monsterboekjes die zijn afgegeven door de bevoegde autoriteiten van voor de andere Overeenkomstsluitende Partij aanvaardbare landen.
Bemanningsleden die in het bezit zijn van bovengenoemde documenten wordt toegestaan aan land te gaan en te verblijven in de stad waar de haven is gelegen, voor de duur dat het schip in die haven ligt, overeenkomstig de desbetreffende voorschriften die in het land van verblijf van kracht zijn. Indien deze bemanningsleden in het ziekenhuis moeten worden opgenomen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, verlenen de bevoegde autoriteiten van die Overeenkomstsluitende Partij toestemming voor een verblijf van de hiervoor noodzakelijke duur.