Nettopensioenregelingen bedoeld in afdeling 5.3B van de Wet IB 2001
Opbouw van nettopensioen is mogelijk over het bedrag dat ingevolge artikel 18ga van de Wet LB niet tot het pensioengevend loon behoort. De voorwaarden voor de nettopensioenregeling zijn opgenomen in afdeling 5.3B van de Wet IB 2001. De nettopensioenregeling voorziet in een afzonderlijke box 3-vrijstelling voor arbeidsgerelateerd nettopensioen. Voor de vormgeving en begrenzing van de box 3-vrijstelling voor nettopensioen is zo veel mogelijk aangesloten bij de regels voor beschikbare-premieregelingen van hoofdstuk IIB van de Wet LB.
De maximale omvang van de beschikbare premie voor een nettopensioen is geregeld in de artikelen 5.17a, 5.17b en 5.17c van de Wet IB 2001. Daar is bepaald dat de beschikbare premie voor een nettopensioen ten hoogste kan worden bepaald met inachtneming van de uitgangspunten, bedoeld in artikel 18a, derde lid, onderdelen a, b en c, van de Wet LB. In bijlage VII is een premiestaffel opgenomen die is berekend tegen een rekenrente van 4% en die kan worden gebruikt als staffel die voldoet aan de hiervoor genoemde wettelijke grondslagen. Ook is in die bijlage een premiestaffel opgenomen op basis van een rekenrente van 3% met een eventtoets en uitkeringsbegrenzing.