Met bezoldiging worden in de artikelen 44a tot en met 44h gelijkgesteld de bedragen – onder de benaming van uitkering of welke benaming ook – waarop het lid van het dagelijks bestuur krachtens artikel 44, eerste lid, eerste zin, aanspraak heeft of waarop zijn nagelaten betrekkingen uit hoofde van zijn overlijden krachtens artikel 44, eerste lid, aanspraak hebben.