Het aantal vervuilingseenheden in een kalenderjaar kan geheel of gedeeltelijk door middel van schatting worden vastgesteld indien door de heffingplichtige:
- a.de meting, bemonstering en analyse niet of niet geheel is geschied in overeenstemming met de in artikel 122g bedoelde regels;
- b.het aantal vervuilingseenheden niet is berekend met behulp van meting, bemonstering en analyse en bepaling van de vervuilingswaarde op basis van artikel 122h, eerste lid, 122i, eerste of tweede lid, of 122k, eerste lid of vierde lid, niet mogelijk is;
- c.het aantal vervuilingseenheden niet is berekend met behulp van meting, bemonstering, bepaling van de vervuilingswaarde op basis van artikel 122k, vierde lid, wel mogelijk is, maar door de heffingplichtige gedurende het heffingsjaar geen verzoek als bedoeld in dat artikel is gedaan.