- 1
- De raad van bestuur kan een bestuurlijke boete van ten hoogste het bedrag van de eerste categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht opleggen wegens overtreding van de voorschriften vastgesteld bij of krachtens artikel 30u, tweede lid.
- 2
- De raad van bestuur kan een bestuurlijke boete van ten hoogste het bedrag van de derde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht opleggen wegens overtreding van de voorschriften, vastgesteld bij of krachtens de artikelen 1, onder c, en 7c.
- 3
- De te betalen geldsom van de opgelegde bestuurlijke boete komt toe aan de staat.
- 4
- Bij een overtreding als bedoeld in het eerste lid is artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.