Op verzoek van de verzoekende autoriteit van een andere lidstaat worden alle stukken, gerechtelijke en buitengerechtelijke akten en beslissingen met betrekking tot schuldvorderingen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, of de invordering daarvan, die uitgaan van de verzoekende lidstaat, in Nederland betekend aan de geadresseerde met inachtneming van de artikelen 9 tot en met 11.