- 1
- Verzoeken als bedoeld in de artikelen 30, 31, 33 en 38 dienen vergezeld te gaan van een vertaling in de officiële taal of in één van de officiële talen van de aangezochte lidstaat, tenzij Onze Minister een andere taal is overeengekomen met de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat.
- 2
- Het document waarvoor om betekening wordt verzocht op grond van artikel 31 behoeft geen vertaling.
- 3
- Indien een verzoek vergezeld gaat van andere documenten dan die bedoeld in het eerste en tweede lid, voegt Onze Minister op verzoek van de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat een vertaling bij in de officiële taal of één van de officiële talen van de aangezochte lidstaat, tenzij Onze Minister een andere taal is overeengekomen met de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat.