Zorglichamen ontvangen continuïteitsbijdragen ter compensatie van omzetdaling en extra gemaakte kosten als gevolg van de coronapandemie. Met deze continuïteitsbijdragen wordt beoogd de financiële continuïteit van de zorgaanbieders te garanderen en ervoor te zorgen dat de zorginfrastructuur ook na de coronacrisis beschikbaar blijft. In de praktijk is de vraag opgekomen of de continuïteitsbijdragen die zorglichamen ontvangen van invloed zijn op de toepassing van de zorgvrijstelling. Ik vind het niet wenselijk dat bij zorglichamen louter door de ontvangst van continuïteitsbijdragen de zorgvrijstelling over de boekjaren 2020 of 2021 ter discussie komt te staan en mogelijk niet zou kunnen worden toegepast. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat een continuïteitsbijdrage voor zorglichamen, de vrijgestelde status van deze zorglichamen voor de boekjaren 2020 of 2021 niet ontneemt als de zorgvrijstelling in het boekjaar 2019 ook van toepassing was op deze zorglichamen. Als voorwaarde geldt hierbij dat er zich buiten de ontvangst van de continuïteitsbijdrage(n) in het boekjaar 2020 respectievelijk in het boekjaar 2021, ten opzichte van het boekjaar 2019, geen wijziging in de feiten en omstandigheden heeft voorgedaan respectievelijk voordoet, die tot gevolg heeft dat de zorgvrijstelling niet meer van toepassing is.