Met de Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies is Richtlijn (EU) 2018/822 (Noot 5: Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (PbEU 2018, L 139).) in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. Op basis hiervan geldt vanaf 1 juli 2020 een meldingsplicht voor zulke constructies. Vanwege de belemmeringen die door de COVID-19-pandemie worden veroorzaakt en de genomen maatregelen om het virus te helpen indammen is op Europees niveau geoordeeld dat tijdige naleving van deze verplichting niet goed mogelijk is. Daarom wordt in Richtlijn (EU) 2020/876 (Noot 6: Richtlijn (EU) 2020/876 van de Raad van 24 juni 2020 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU om te voorzien in de dringende behoefte aan uitstel van bepaalde termijnen voor de verstrekking en uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied vanwege de COVID-19-pandemie (PbEU 2020, L 204).) van de Raad van 24 juni 2020 lidstaten de mogelijkheid geboden over te gaan tot uitstel voor het verstrekken en uitwisselen van inlichtingen over meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies. Met het oog hierop en om een meer uniforme uitvoering tussen de lidstaten te waarborgen, keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat:
Vanwege bovenstaande goedkeuring zal het vanaf 1 januari 2021 mogelijk zijn om meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies te melden aan de Belastingdienst.
Sommige lidstaten hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid die in Richtlijn (EU) 2020/876 van de Raad van 24 juni 2020 wordt geboden om de termijnen voor het verstrekken en uitwisselen van inlichtingen over meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies te verschuiven. Door de verschillende deadlines die lidstaten hanteren kunnen situaties ontstaan die niet eerder voorzien waren door de richtlijn en de wetgever.
Het kan voor komen dat een lidstaat zonder uitstel verwacht dat een relevante belastingplichtige, gevestigd in die lidstaat, een melding doet binnen de aldaar geldende termijnen wanneer het een grensoverschrijdende constructie betreft waarbij (alleen) een intermediair is betrokken uit een lidstaat waar wél uitstel van de termijnen bestaat, bijvoorbeeld Nederland.
Om te voorkomen dat een Nederlandse intermediair, op het moment dat de meldplicht in Nederland ingaat, alsnog is gehouden over te gaan tot melding van een constructie die al in een andere lidstaat is gemeld door een relevante belastingplichtige aldaar, waardoor dubbele meldingen komen te bestaan, keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat de intermediair, bedoeld in artikel 10h, eerste lid, WIB, is ontheven van de verplichting tot het verstrekken van de gegevens en inlichtingen, bedoeld in artikel 10h, tweede lid, WIB, indien hij door middel van een referentienummer aannemelijk kan maken dat die gegevens en inlichtingen op grond van een met artikel 8 bis ter, zesde lid, van Richtlijn 2011/16/EU overeenkomende wettelijke bepaling gedurende de periode tot 1 januari 2021 reeds door een relevante belastingplichtige, bedoeld in artikel 2d, eerste lid, onderdeel e, WIB, in een andere lidstaat zijn verstrekt.