- 1
- Organen van de ene Verdragsluitende Partij, welke op grond van dit Verdrag uitkeringen verschuldigd zijn aan rechthebbenden, die zich op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij bevinden, kunnen het verschuldigde rechtens voldoen in de munt van eerstbedoelde Partij; wanneer zij gelden verschuldigd zijn aan organen, die zich op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij bevinden, moeten zij die gelden betalen in de munt van deze Partij.
- 2
- Overmaking van gelden, voortvloeiende uit de toepassing van dit Verdrag, heeft plaats krachtens de overeenkomsten, welke ter zake op het tijdstip van de overmaking tussen beide Verdragsluitende Partijen van kracht zijn.