De werknemer van één der Verdragsluitende Partijen, die zich naar het grondgebied van de andere Partij begeeft, heeft, zolang hij zich op dit grondgebied bevindt, recht op werkloosheidsuitkeringen ingevolge de wettelijke regeling van laatstbedoelde Partij, mits hij
- a)tewerkgesteld is overeenkomstig de bepalingen van de wettelijke regelingen inzake de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
- b)voldoet aan de door de wettelijke regeling van laatstbedoelde Partij gestelde voorwaarden, waarbij rekening wordt gehouden met de in het vorige artikel bedoelde samentelling van tijdvakken.