Overeenkomstig artikel 7 mogen slechts die voordelen worden toegerekend aan een plaats van uitvoering van een bouwwerk, constructie- of montagewerkzaamheden of het verlenen van diensten, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel b), die een vaste inrichting vormen, voorzover ze voortvloeien uit de werkelijke bouw-, constructie- of montagewerkzaamheden of het eerdergenoemde verlenen van diensten. Indien derhalve in samenhang met deze activiteiten of diensten of onafhankelijk daarvan, machines of uitrusting worden geleverd door het hoofdkantoor of een andere vaste inrichting van de onderneming of door derde personen, wordt de waarde van deze leveringen niet toegerekend aan de voordelen van het bouwwerk, constructie- of montagewerkzaamheden of het verlenen van diensten.