De bepalingen van artikel 6 zijn ook van toepassing op inkomsten uit roerende zaken of inkomsten behaald met diensten in verband met het gebruik of het recht van gebruik van de onroerende zaken, in geval deze inkomsten, ingevolge de belastingwet van de Verdragsluitende Staat waarin de betreffende zaak is gelegen, op één lijn worden gesteld met inkomsten uit onroerende zaken.