- 1
- De opschorting van de werking van een verdrag op grond van zijn bepalingen of overeenkomstig dit Verdrag - tenzij het verdrag anders bepaalt of de partijen anders overeenkomen -:
-
- a)ontslaat de partijen tussen welke de werking van het verdrag is opgeschort van de verplichting het verdrag uit te voeren in hun onderlinge betrekkingen gedurende de tijd van opschorting;
- b)tast voor het overige de door het verdrag geschapen rechtsbetrekkingen tussen de partijen niet aan.
- 2
- Gedurende de tijd van opschorting moeten de partijen zich onthouden van alle handelingen die een belemmering voor een hervatte werking van het verdrag kunnen vormen.