Met betrekking tot belastingen, heffingen, lasten en verminderingen en vrijstellingen van belasting kent de ene Verdragsluitende Partij aan investeerders van de andere Verdragsluitende Partij die zich op haar grondgebied met economische activiteiten bezighouden, een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke wordt toegekend aan haar eigen investeerders of aan die van een derde staat die zich in dezelfde omstandigheden bevinden, naar gelang van wat het gunstigst is voor de betrokken investeerders. Hierbij wordt evenwel geen rekening gehouden met bijzondere belastingvoordelen, met inbegrip van belastingen, heffingen, lasten en vrijstellingen, door de eerste Verdragsluitende Partij toegekend krachtens een verdrag ter vermijding van dubbele belasting, uit hoofde van haar deelneming aan een douane-unie, economische unie of soortgelijke instelling, of op basis van wederkerigheid met een derde staat.
In geval van verschil in interpretatie tussen dit artikel en de bepaling inzake non-discriminatie, zoals neergelegd in het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Koeweit tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, hebben, zodra dit Verdrag van kracht is, de laatste bepalingen voorrang.