- 1
- De Verdragsluitende Partijen stellen elkaar in kennis van het feit dat aan hun respectieve constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan en het Verdrag treedt in werking dertig dagen na de dag van ontvangst van de laatste van deze mededelingen. Het blijft van kracht gedurende een tijdvak van twintig (20) jaar en wordt daarna verlengd met gelijke tijdvakken, totdat het Verdrag wordt beëindigd in overeenstemming met de bepalingen van het tweede lid van dit artikel.
- 2
- Tenzij ten minste zes maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur door een van beide Verdragsluitende Partijen mededeling van beëindiging is gedaan, wordt dit Verdrag stilzwijgend verlengd voor een tijdvak van telkens twintig jaar, waarbij elke Verdragsluitende Partij zich het recht voorbehoudt dit Verdrag te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden vóór het verstrijken van de lopende termijn van geldigheid.
- 3
- Ten aanzien van investeringen die zijn gedaan vóór de datum van beëindiging van dit Verdrag, blijven de voorgaande artikelen van kracht gedurende een tijdvak van twintig jaar vanaf die datum.
- 4
- Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden is dit Verdrag van toepassing op het deel van het Rijk in Europa, de Nederlandse Antillen en Aruba, tenzij anders is bepaald in de in het eerste lid genoemde mededeling.
- 5
- Met inachtneming van het in het tweede lid van dit artikel genoemde tijdvak, kan dit Verdrag door de Staat Koeweit ten aanzien van elk deel van het Koninkrijk der Nederlanden afzonderlijk worden beëindigd en kan het eveneens door elk van de delen van het Koninkrijk der Nederlanden afzonderlijk worden beëindigd ten aanzien van de Staat Koeweit.