- 1
- De Verdragsluitende Partijen beslechten voor zover mogelijk eventuele geschillen inzake de uitlegging of toepassing van dit Verdrag door middel van overleg of langs diplomatieke weg.
- 2
- Indien binnen zes maanden na de datum waarop één van de Verdragsluitende Partijen heeft verzocht om dit overleg of de inschakeling van andere diplomatieke kanalen het geschil niet kan worden beslecht, en tenzij de Verdragsluitende Partijen anderszins schriftelijk overeenkomen, kan één van de Verdragsluitende Partijen door een schriftelijke mededeling aan de andere Verdragsluitende Partij het geschil voorleggen aan een ad hoc-scheidsgerecht overeenkomstig de onderstaande bepalingen van dit artikel.
- 3
- Het scheidsgerecht wordt als volgt samengesteld: elke Verdragsluitende Partij benoemt één lid en deze twee leden benoemen tezamen een onderdaan van een derde staat als voorzitter van het scheidsgerecht. Deze leden worden binnen twee maanden en de voorzitter wordt binnen vier maanden benoemd na de datum waarop een van de Verdragsluitende Partijen de andere Verdragsluitende Partij in kennis heeft gesteld van haar voornemen het geschil voor te leggen aan een scheidsgerecht.
- 4
- Indien niet wordt voldaan aan de termijnen genoemd in het derde lid, kan elk der Verdragsluitende Partijen, indien een andere regeling ontbreekt, de President van het Internationale Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoemingen te verrichten. Indien de President van het Internationale Gerechtshof onderdaan is van één van beide Verdragsluitende Partijen of anderszins verhinderd is genoemde functie uit te oefenen wordt de Vice-President verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten. Indien de Vice-President van het Internationale Gerechtshof onderdaan is van één van beide Verdragsluitende Partijen of eveneens anderszins verhinderd is genoemde functie uit te oefenen wordt het lid van het Internationale Gerechtshof dat de hoogste anciënniteit heeft en dat geen onderdaan is van één van beide Verdragsluitende Partijen verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten.
- 5
- Het scheidsgerecht neemt zijn beslissing bij meerderheid van stemmen. Deze beslissing wordt genomen overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag en de eventueel van toepassing zijnde, erkende regels van internationaal recht en is onherroepelijk en bindend voor beide Verdragsluitende Partijen. Elke Verdragsluitende Partij draagt de kosten van het door haar benoemde lid van het scheidsgerecht en van haar vertegenwoordiging in de arbitrageprocedure. De kosten van de Voorzitter en de overige kosten van het arbitrageproces worden door de Verdragsluitende Partijen in gelijke delen gedragen. Het scheidsgerecht kan evenwel, naar goeddunken, bepalen dat een van de Verdragsluitende Partijen een groter deel van de kosten of alle kosten draagt. In alle overige opzichten stelt het scheidsgerecht zijn eigen procedureregels vast.