Responsive image

Artikel 5 Vaste inrichting

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 5 Vaste inrichting

    1
  • Voor de toepassing van dit Verdrag betekent de uitdrukking „vaste inrichting” een vaste bedrijfsinrichting door middel waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden verricht.
    2
  • De uitdrukking „vaste inrichting” omvat in het bijzonder:
    • a.een plaats waar leiding wordt gegeven;
    • b.een filiaal;
    • c.een kantoor;
    • d.een fabriek;
    • e.een werkplaats, en
    • f.een mijn, een olie- of gasbron, een (steen)groeve of elke andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen.
    3
  • Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt.
    4
  • Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid wordt een onderneming van een verdragsluitende staat, die werkzaamheden verricht in verband met de exploratie of exploitatie van de zeebodem en de ondergrond en de natuurlijke rijkdommen daarvan in de territoriale zee en in elk gebied buiten en grenzend aan de territoriale zee, waarbinnen de andere verdragsluitende staat in overeenstemming met het internationale recht rechtsmacht heeft of soevereine rechten uitoefent (werkzaamheden buitengaats), geacht ter zake van die werkzaamheden in de andere staat een bedrijf uit te oefenen door middel van een aldaar gelegen vaste inrichting, tenzij de werkzaamheden in kwestie in de andere staat worden verricht gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden in totaal minder dan 30 dagen voortduurt of voortduren.
    5
  • Voor de toepassing van het vierde lid wordt de uitdrukking „werkzaamheden buitengaats” evenwel geacht niet te omvatten:
    • a.een van de activiteiten of een combinatie daarvan waarop het zevende lid van toepassing is;
    • b.sleep- of ankerwerkzaamheden door schepen die in de eerste plaats voor dat doel zijn ontworpen alsmede andere door zulke schepen verrichte activiteiten;
    • c.het vervoer van voorraden of personeel door schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer.
    6
  • Uitsluitend teneinde vast te stellen:
    • a.of het in het derde lid bedoelde tijdvak van twaalf maanden is overschreden,
    • i.wanneer een onderneming van een verdragsluitende staat werkzaamheden uitoefent in de andere verdragsluitende staat op de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden en die werkzaamheden worden verricht gedurende een of meer tijdvakken die in totaal langer duren dan dertig dagen zonder een termijn van twaalf maanden te overschrijden, en
    • ii.op diezelfde plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden gedurende verschillende tijdvakken, die elk langer duren dan 30 dagen, daarmee verband houdende werkzaamheden worden uitgeoefend door een of meer ondernemingen die nauw verbonden zijn met eerstgenoemde onderneming,worden die verschillende tijdvakken bij het totale tijdvak gevoegd gedurende welke de eerstgenoemde onderneming werkzaamheden heeft uitgeoefend op die plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden;
    • b.wat de duur van de werkzaamheden buitengaats ingevolge het vierde lid is, wanneer een onderneming in de andere verdragsluitende staat werkzaamheden buitengaats verricht en daarmee verband houdende werkzaamheden worden uitgeoefend door een of meer ondernemingen die nauw verbonden zijn met eerstgenoemde onderneming en deze werkzaamheden van de eerstgenoemde onderneming en de nauw daarmee verbonden onderneming(en) een tijdvak van in totaal ten minste 30 dagen beslaan, wordt iedere onderneming geacht haar werkzaamheden te verrichten gedurende een tijdvak van ten minste 30 dagen in een tijdvak van twaalf maanden.
    7
  • Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede en derde lid, wordt de uitdrukking „vaste inrichting” niet geacht te omvatten:
    • a.het gebruikmaken van inrichtingen uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar;
    • b.het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering;
    • c.het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor bewerking of verwerking door een andere onderneming;
    • d.het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of informatie in te winnen;
    • e.het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werkzaamheid te verrichten die van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft;
    • f.het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werkzaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft.
    8
  • Het zevende lid is niet van toepassing op een vaste bedrijfsinrichting die door een onderneming gebruikt of aangehouden wordt indien dezelfde onderneming of een nauw daarmee verbonden onderneming op dezelfde plaats of op een andere plaats in dezelfde verdragsluitende staat bedrijfsactiviteiten verricht, en
    • a.die plaats of die andere plaats voor de onderneming of voor de nauw daarmee verbonden onderneming een vaste inrichting is op grond van de bepalingen van dit artikel; of
    • b.het geheel van de activiteiten dat resulteert uit de combinatie van de activiteiten die door de twee ondernemingen op dezelfde plaats, of door dezelfde onderneming of nauw daarmee verbonden ondernemingen op de twee plaatsen worden uitgeoefend, niet van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft;
  • op voorwaarde dat de bedrijfsactiviteiten die door de twee ondernemingen op dezelfde plaats, of door dezelfde onderneming of nauw daarmee verbonden ondernemingen op de twee plaatsen, worden uitgeoefend aanvullende taken zijn die deel uitmaken van een samenhangende bedrijfsvoering.
    9
  • Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede en vierde lid, indien een persoon – niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie het tiende lid van toepassing is – namens een onderneming optreedt, en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht in een verdragsluitende staat gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming geacht in die staat een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de werkzaamheden genoemd in het zevende lid, die, indien zij worden verricht door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken.
    10
  • Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in een verdragsluitende staat te hebben alleen op grond van de omstandigheid dat zij in die staat werkzaamheden verricht door bemiddeling van een makelaar, commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.
    11
  • Ten behoeve van de toepassing van dit artikel, wordt een persoon geacht nauw te zijn verbonden met een onderneming indien uit alle relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de ene zeggenschap heeft over de andere of dat beide onder zeggenschap staan van dezelfde personen of ondernemingen. In elk geval wordt een persoon geacht nauw verbonden te zijn met een onderneming indien de ene direct of indirect meer dan 50 percent bezit van het uiteindelijke belang in de andere (of, in het geval van een lichaam, meer dan 50 percent bezit van het totale aantal stemmen en de waarde van de aandelen van het lichaam of van het uiteindelijke belang in het vermogen van het lichaam) of indien een andere persoon direct of indirect meer dan 50 percent bezit van het uiteindelijke belang (of, in het geval van een lichaam, meer dan 50 percent bezit van het totale aantal stemmen en de waarde van de aandelen van het lichaam of van het uiteindelijke belang in het vermogen van het lichaam) in de persoon en in de onderneming.
    12
  • De omstandigheid dat een lichaam dat inwoner is van een verdragsluitende staat een lichaam beheerst of door een lichaam wordt beheerst dat inwoner is van de andere verdragsluitende staat of dat in die andere staat zijn bedrijf uitoefent (hetzij door middel van een vaste inrichting, hetzij op andere wijze), bestempelt een van beide lichamen niet tot een vaste inrichting van het andere.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.