Responsive image

Artikel 25 Arbitrage

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 25 Arbitrage

    1
  • Indien:
    • a.een persoon uit hoofde van artikel 24, eerste lid, een zaak heeft voorgelegd aan een bevoegde autoriteit van een verdragsluitende staat omdat de maatregelen van een of van beide verdragsluitende staten ertoe hebben geleid dat de belastingheffing voor die persoon niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit Verdrag, en
    • b.de bevoegde autoriteiten er niet in slagen overeenstemming te bereiken om die zaak op te lossen overeenkomstig artikel 24, tweede lid, binnen twee jaar na de datum waarop de door de bevoegde autoriteiten benodigde informatie om de zaak te beoordelen aan beide bevoegde autoriteiten is verstrekt;
  • worden onopgeloste kwesties die uit de zaak voortvloeien op schriftelijk verzoek van de persoon aan arbitrage onderworpen. Deze onopgeloste kwesties worden evenwel niet aan arbitrage onderworpen indien een rechterlijke instantie of administratieve rechtbank van een van beide staten reeds over deze kwesties heeft beslist. Tenzij een rechtstreeks bij de zaak betrokken persoon de overeengekomen regeling voor de tenuitvoerlegging van de arbitrale uitspraak niet aanvaardt of de bevoegde autoriteiten binnen 90 dagen nadat de beslissing aan hen bekend is gemaakt tot een andere oplossing komen van alle onopgeloste kwesties die uit de zaak voortvloeien, is de arbitrale uitspraak bindend voor beide verdragsluitende staten en wordt deze ten uitvoer gelegd ongeacht eventuele termijnen in de nationale wetgeving van deze staten. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten kunnen in onderling overleg de wijze van toepassing van dit artikel regelen.
    2
  • Wanneer een bevoegde autoriteit de in het eerste lid bedoelde procedure voor onderling overleg geschorst heeft omdat een zaak nog aanhangig is voor een rechterlijke instantie of een administratieve rechtbank met betrekking tot een of meer soortgelijke kwesties, houdt de in het eerste lid, onderdeel b, vastgestelde termijn op te lopen, hetzij tot de rechterlijke instantie of de administratieve rechtbank tot een definitieve uitspraak is gekomen, hetzij tot de zaak geschorst of ingetrokken wordt. Ook wanneer een persoon die een zaak heeft voorgelegd en een bevoegde autoriteit zijn overeengekomen om de procedure voor onderling overleg te schorsen, houdt de in het eerste lid, onderdeel b vastgestelde termijn op te lopen tot de schorsing wordt opgeheven.
    3
  • Wanneer beide bevoegde autoriteiten het erover eens zijn dat een rechtstreeks bij de zaak betrokken persoon niet tijdig alle aanvullende materiële informatie heeft verstrekt die door een van beide bevoegde autoriteiten gevraagd werd na aanvang van de termijn van twee jaar zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt de in onderdeel b vastgestelde termijn verlengd met een tijdsduur die gelijk is aan de termijn die aanvangt op de datum waarop de informatie werd gevraagd en die afloopt op de datum waarop die informatie werd verstrekt.
    4
  • Indien een rechterlijke instantie of een administratieve rechtbank van een van de verdragsluitende staten op enig tijdstip nadat een verzoek om arbitrage werd ingediend, en voordat het arbitragepanel zijn uitspraak heeft doen toekomen aan de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten, uitspraak ter zake van de kwestie heeft gedaan, wordt de arbitrageprocedure beëindigd.
    5
  • Alvorens de arbitrageprocedure begint, dienen de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten zich ervan te vergewissen dat elk van de personen die de zaak hebben voorgelegd, met inbegrip van hun adviseurs, zich schriftelijk akkoord verklaren geen informatie die zij in de loop van de arbitrageprocedure hetzij van de bevoegde autoriteiten, hetzij van het arbitragepanel ontvangen, ter kennis van derden te brengen. De procedure voor onderling overleg ingevolge artikel 24, eerste lid, en de arbitrageprocedure worden met betrekking tot de zaak beëindigd wanneer een persoon die de zaak heeft voorgelegd, of een van diens adviseurs, die overeenkomst niet nakomt op enig tijdstip nadat een verzoek om arbitrage werd ingediend en voordat het arbitragepanel zijn uitspraak heeft doen toekomen aan de bevoegde autoriteiten.
    6
  • Voor de toepassing van het eerste lid:
    • a.wordt de overeengekomen regeling waardoor de arbitrale uitspraak met betrekking tot de zaak ten uitvoer wordt gelegd, geacht niet te zijn aanvaard door een rechtstreeks bij de zaak betrokken persoon indien een persoon die rechtstreeks bij de zaak betrokken is niet binnen 60 dagen na de datum waarop de kennisgeving met betrekking tot de overeengekomen regeling aan de persoon werd toegezonden alle kwesties die in de overeengekomen regeling tot tenuitvoerlegging van de arbitrale uitspraak opgelost werden, uit het beraad door een rechterlijke instantie of een administratieve rechtbank terugtrekt of anderszins elke nog lopende gerechtelijke of administratieve procedure met betrekking tot die kwesties beëindigt op een wijze die in overeenstemming is met die overeengekomen regeling; en
    • b.is de uitspraak niet bindend voor de verdragsluitende staten indien:
    • i.een definitieve uitspraak van de rechterlijke instanties van een van de verdragsluitende staten inhoudt dat de arbitrale uitspraak ongeldig is. In dat geval wordt het in het eerste lid bedoelde verzoek om arbitrage geacht niet te zijn ingediend en wordt de arbitrageprocedure geacht niet te hebben plaatsgevonden (behalve voor de toepassing van het twaalfde, dertiende en zestiende lid). In dat geval mag binnen 90 dagen na de uitspraak van de rechterlijke instantie een nieuw verzoek om arbitrage worden ingediend tenzij de bevoegde autoriteiten het erover eens zijn dat een dergelijk nieuw verzoek niet mag worden toegestaan; of
    • ii.een rechtstreeks bij de zaak betrokken persoon bij enigerlei rechterlijke instantie of administratieve rechtbank een rechtszaak aanspant met betrekking tot de kwesties die in de overeengekomen regeling tot tenuitvoerlegging van de arbitrale uitspraak opgelost werden.
    7
  • Een verzoek uit hoofde van het eerste lid (het “verzoek om arbitrage”) om onopgeloste kwesties voortvloeiend uit een onderlinge overlegprocedure aan arbitrage te onderwerpen wordt schriftelijk gedaan en gezonden aan een van de bevoegde autoriteiten of aan beide. Het verzoek bevat voldoende gegevens ter duiding van de zaak. Het verzoek gaat tevens vergezeld van een schriftelijke verklaring van elk van de personen die hetzij het verzoek hebben ingediend, hetzij er rechtstreeks bij betrokken zijn, dat met betrekking tot dezelfde kwesties niet reeds uitspraak is gedaan door een rechterlijke instantie of administratieve rechtbank. Binnen 10 dagen na ontvangst van het verzoek zendt een bevoegde autoriteit die het heeft ontvangen zonder enige indicatie dat het tevens naar de andere bevoegde autoriteit is verzonden, een afschrift van het verzoek en de begeleidende verklaringen toe aan de andere bevoegde autoriteit.
    8
  • Een verzoek om arbitrage mag uitsluitend worden gedaan binnen twee jaar vanaf de datum waarop alle door de bevoegde autoriteiten benodigde informatie om de zaak te beoordelen aan beide bevoegde autoriteiten is verstrekt (hierna te noemen de “aanvangsdatum”). De door de bevoegde autoriteiten benodigde informatie om de zaak te beoordelen dient derhalve het volgende te omvatten:
    • a.de identiteit van de belastingplichtige(n) die in het verzoek om een procedure voor onderling overleg genoemd worden;
    • b.de grondslag voor het verzoek;
    • c.de feiten van de zaak;
    • d.een analyse van de kwestie of de kwesties die in de procedure voor onderling overleg opgelost dienen te worden;
    • e.of het verzoek tevens is ingediend bij de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende staat;
    • f.of het verzoek tevens is ingediend bij een andere autoriteit in overeenstemming met een bilateraal of multilateraal verdrag dat voorziet in een mechanisme voor het oplossen van de kwestie of de kwesties die binnen de reikwijdte van de zaak vallen;
    • g.een verklaring waarin wordt bevestigd dat alle bij het verzoek geleverde informatie en documentatie juist is en dat de belastingplichtige de bevoegde autoriteit zal helpen bij het oplossen van de kwestie of de kwesties vervat in het verzoek door op verzoek van de bevoegde autoriteit tijdig alle aanvullende informatie of documentatie te verstrekken; en
    • h.of de kwestie of kwesties eerder is of zijn behandeld.
    9
  • De volgende regels zijn van toepassing om de aanvangsdatum te bepalen:
    • a.De bevoegde autoriteit die het aanvankelijke verzoek voor een procedure voor onderling overleg ingevolge artikel 24, eerste lid, heeft ontvangen stuurt binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek:
    • i.aan de persoon die de zaak voorgelegd heeft een kennisgeving toe ter bevestiging van de ontvangst van het verzoek; en
    • ii.aan de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende staat een kennisgeving toe van dat verzoek, samen met een afschrift van het verzoek.
    • b.Binnen 90 dagen na ontvangst van het verzoek voor een procedure voor onderling overleg (of een afschrift daarvan afkomstig van de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende staat), dient elke bevoegde autoriteit hetzij:
    • i.de persoon die de zaak voorgelegd heeft en de andere bevoegde autoriteit ervan in kennis te stellen dat zij de informatie heeft ontvangen die nodig is voor een grondig onderzoek van de zaak; hetzij
    • ii.deze persoon te verzoeken daartoe aanvullende informatie te verstrekken.
    • c.Wanneer een bevoegde autoriteit overeenkomstig punt ii van het bovenstaande onderdeel b aan de persoon die de zaak voorgelegd heeft aanvullende informatie heeft gevraagd die nodig is voor een grondig onderzoek van de zaak, of wanneer beide bevoegde autoriteiten dat hebben gedaan, stelt de bevoegde autoriteit die de aanvullende informatie heeft gevraagd binnen 90 dagen nadat ze deze aanvullende informatie van die persoon ontvangen heeft die persoon en de andere bevoegde autoriteit ervan in kennis:
    • i.dat zij de gevraagde informatie heeft ontvangen; of
    • ii.dat een deel van de gevraagde informatie nog ontbreekt.
    • d.Wanneer geen van beide bevoegde autoriteiten aanvullende informatie heeft gevraagd overeenkomstig punt ii van het bovenstaande onderdeel b, wordt de aanvangsdatum vastgesteld op de eerste van de volgende data:
    • i.de datum waarop beide bevoegde autoriteiten aan de persoon die de zaak voorgelegd heeft een kennisgeving hebben gedaan overeenkomstig punt i van het bovenstaande onderdeel b; en
    • ii.de datum die 90 dagen later valt dan de datum waarop de kennisgeving aan de bevoegde autoriteit van de andere verdragsluitende staat overeenkomstig punt ii van het bovenstaande onderdeel a werd gedaan.
    • e.Wanneer aanvullende informatie is gevraagd overeenkomstig punt ii van het bovenstaande onderdeel b, wordt de aanvangsdatum vastgesteld op de eerste van de volgende data:
    • i.de laatste datum waarop de bevoegde autoriteiten die aanvullende informatie hebben gevraagd aan de persoon die de zaak heeft voorgelegd alsmede aan de andere bevoegde autoriteit een kennisgeving hebben gedaan overeenkomstig punt i van het bovenstaande onderdeel c; en
    • ii.de datum die 90 dagen later valt dan de datum waarop beide bevoegde autoriteiten van de persoon die de zaak heeft voorgelegd alle informatie hebben gekregen die door een van beide bevoegde autoriteiten gevraagd werd.
  • Indien evenwel een van beide bevoegde autoriteiten de in het punt ii van het bovenstaande onderdeel c bedoelde kennisgeving toezendt of beide bevoegde autoriteiten dit doen, wordt die kennisgeving behandeld als een verzoek om aanvullende informatie als bedoeld in punt ii van het bovenstaande onderdeel b.
    10
  • De volgende regels zijn van toepassing op de keuze en benoeming van de arbiters:
    • a.Het arbitragepanel bestaat uit drie afzonderlijke arbiters met deskundigheid of ervaring op het gebied van internationale belastingaangelegenheden. Elke arbiter die tot het arbitragepanel toetreedt dient, op het tijdstip waarop hij zijn benoeming aanvaardt, onpartijdig te zijn en onafhankelijk van de bevoegde autoriteiten, belastingadministraties en ministeries van Financiën van de verdragsluitende staten en van alle rechtstreeks bij de zaak betrokken personen (inclusief hun adviseurs). De arbiter dient tevens gedurende de hele procedure zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid te bewaren en gedurende een redelijke periode volgend op die procedure elk gedrag te vermijden dat afbreuk kan doen aan de schijn van onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de arbiters met betrekking tot de procedure.
    • b.Binnen 60 dagen nadat het verzoek om arbitrage (of een afschrift daarvan) is ontvangen door beide bevoegde autoriteiten, benoemen de bevoegde autoriteiten elk een arbiter. Binnen 60 dagen na de laatste van deze benoemingen, benoemen de twee aldus benoemde arbiters een derde arbiter die als voorzitter zal optreden. De voorzitter mag geen onderdaan of inwoner zijn van een van de verdragsluitende staten.
    • c.Indien een benoeming niet binnen de vereiste termijn geschiedt, wordt (worden) de ontbrekende arbiter(s) binnen 10 dagen na ontvangst van een verzoek daartoe van de persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend benoemd door de hoogstgeplaatste functionaris van het Centre for Tax Policy and Administration van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling die geen onderdaan is van een van de verdragsluitende staten. Dezelfde procedure is met de noodzakelijke aanpassingen van toepassing indien het na aanvang van de arbitrageprocedure noodzakelijk blijkt een arbiter te vervangen, ongeacht de redenen daarvoor.
    • d.Een arbiter wordt geacht te zijn benoemd wanneer een brief ter bevestiging van die benoeming ondertekend door zowel de arbiter zelf als de persoon of personen die bevoegd is of zijn tot benoeming van die arbiter, aan beide bevoegde autoriteiten is medegedeeld.
    11
  • Behalve voor zover de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten onderling andere regels overeenkomen, gelden de volgende regels voor een arbitrageprocedure overeenkomstig dit artikel:
    • a.Binnen 60 dagen na de benoeming van de voorzitter van het arbitragepanel (tenzij voor het einde van dit tijdvak de bevoegde autoriteiten een ander tijdvak overeenkomen) legt de bevoegde autoriteit van elke verdragsluitende staat elke arbiter en de andere bevoegde autoriteit een voorgestelde oplossing voor waarin alle onopgeloste kwesties van de zaak worden behandeld (rekening houdend met alle overeenkomsten die voordien rond die zaak werden bereikt tussen de bevoegde autoriteiten). De voorgestelde oplossing blijft beperkt tot een vermelding van de specifieke geldbedragen uitgedrukt in munteenheden (bijvoorbeeld van inkomen) of, waar gespecificeerd, van het maximale tarief van de belasting die overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag mag worden geheven, en dit voor elke aanpassing of soortgelijke kwestie bij de zaak. In een zaak waarin de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten er niet in geslaagd zijn om tot overeenstemming te komen over een kwestie met betrekking tot de toepassingsvoorwaarden van een bepaling van het Verdrag (hierna “drempelkwestie” genoemd) – zoals de vraag of een natuurlijke persoon al dan niet een inwoner is, of de vraag of er al dan niet sprake is van een vaste inrichting – kunnen de bevoegde autoriteiten andere voorgestelde oplossingen voorleggen met betrekking tot kwesties waarvan de beslissing afhangt van de oplossing van dergelijke drempelkwesties.
    • b.De bevoegde autoriteit van elke verdragsluitende staat kan bij de arbiters en de andere bevoegde autoriteit, binnen de in onderdeel a voorziene termijn, een ondersteunende standpuntnota indienen, ter overweging door de arbiters.
    • c.Elke bevoegde autoriteit kan tevens binnen 120 dagen na de benoeming van de voorzitter van het arbitragepanel, de arbiters en de andere bevoegde autoriteit een reactie voorleggen in antwoord op de voorgestelde oplossing en de ondersteunende standpuntnota die door de andere bevoegde autoriteit werden ingediend.
    • d.Voor zover mogelijk maken de arbiters gebruik van tele- en videoconferencing om onderling en met beide bevoegde autoriteiten te communiceren. Indien een persoonlijke ontmoeting die aanvullende kosten met zich meebrengt noodzakelijk is, neemt de voorzitter contact op met de bevoegde autoriteiten, die beslissen wanneer en waar deze bijeenkomst dient plaats te vinden en deze informatie aan de arbiters mededelen.
    • e.Het arbitragepanel kiest als zijn uitspraak een van de door de bevoegde autoriteiten, met betrekking tot elke kwestie en alle drempelkwesties, ingediende voorgestelde oplossingen voor de zaak, zonder een redenering achteraf of andere uitleg van de uitspraak bij te voegen. De arbitrale uitspraak wordt met een gewone meerderheid van de arbiters aangenomen. Tenzij de bevoegde autoriteiten anderszins overeenkomen, wordt de arbitrale uitspraak schriftelijk bezorgd bij de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten binnen 60 dagen na de ontvangst door de arbiters van de laatste reactie of, indien er geen reactie is ingediend, binnen 150 dagen na de benoeming van de voorzitter van het arbitragepanel. De arbitrale uitspraak heeft geen precedentwerking.
    12
  • Uitsluitend voor de toepassing van de bepalingen van de artikelen 26 en 27, de bepalingen van dit artikel en de nationale wetgeving van de verdragsluitende staten inzake de uitwisseling en vertrouwelijkheid van de informatie, alsmede ten behoeve van administratieve bijstand met betrekking tot de zaak die tot arbitrage leidt, worden alle arbiters en ten hoogste drie medewerkers per arbiter (en aangezochte arbiters, evenwel uitsluitend voor zover nodig is om na te gaan of zij kunnen voldoen aan de vereisten die aan arbiters gesteld worden) aangewezen als gevolmachtigde vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit die de arbiter heeft benoemd, of indien de arbiter niet door een bevoegde autoriteit is benoemd, van beide bevoegde autoriteiten.
    13
  • Bij het aanwijzen van een persoon als haar gevolmachtigde vertegenwoordiger ingevolge het twaalfde lid, waarborgt de bevoegde autoriteit van een verdragsluitende staat dat de persoon er schriftelijk mee akkoord gaat alle informatie met betrekking tot de arbitrageprocedure consequent te behandelen in overeenstemming met de bepalingen inzake vertrouwelijkheid van het Verdrag en van de van toepassing zijnde wetgeving van die verdragsluitende staat.
    14
  • In het geval dat de uitspraak niet binnen de in onderdeel e van het elfde lid voorziene termijn, of een andere termijn die de bevoegde autoriteiten overeen zijn gekomen, aan de bevoegde autoriteiten is medegedeeld, kunnen de bevoegde autoriteiten overeenkomen nieuwe arbiters te benoemen in overeenstemming met het tiende lid. De datum van een dergelijke overeenkomst wordt voor de daaropvolgende toepassing van het tiende lid, geacht de datum te zijn waarop het verzoek om arbitrage door beide bevoegde autoriteiten is ontvangen.
    15
  • Indien op enig moment nadat een verzoek om arbitrage is gedaan en voordat de arbiters een uitspraak aan de bevoegde autoriteiten hebben doen toekomen, de bevoegde autoriteiten de arbiters schriftelijk ervan in kennis stellen dat:
    • a.zij alle onopgeloste kwesties die aan arbitrage zijn onderworpen hebben opgelost; of
    • b.de persoon die de zaak heeft voorgelegd het verzoek om arbitrage of het verzoek om een procedure voor onderling overleg heeft ingetrokken;
  • wordt er geen arbitrale uitspraak gedaan en wordt de procedure voor onderling overleg als voltooid beschouwd.
    16
  • Tenzij anders overeengekomen door de bevoegde autoriteiten:
    • a.draagt elke bevoegde autoriteit en de persoon die om de arbitrage heeft verzocht de kosten die verband houden met haar of zijn deelname aan de arbitrageprocedure (met inbegrip van reiskosten en kosten die verband houden met de voorbereiding en presentatie van haar of zijn standpunten);
    • b.draagt elke bevoegde autoriteit de kosten van de beloning van de uitsluitend door die bevoegde autoriteit benoemde arbiter, of, indien die bevoegde autoriteit verzuimd heeft een arbiter te benoemen, de arbiter benoemd door de hoogstgeplaatste functionaris van het Centre for Tax Policy and Administration van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) die geen onderdaan is van een van de verdragsluitende staten, alsmede de door die arbiter gemaakte reis- en telecommunicatiekosten en secretariële kosten;
    • c.worden de beloning van de voorzitter van het arbitragepanel en zijn reis- en telecommunicatiekosten en secretariële kosten gelijkelijk door de twee verdragsluitende staten gedragen;
    • d.worden overige kosten die verband houden met de vergaderingen van het arbitragepanel gedragen door de bevoegde autoriteit die deze vergadering organiseert;
    • e.worden kosten die verband houden met uitgaven waarover beide bevoegde autoriteiten overeenstemming hebben bereikt, gelijkelijk gedragen door beide bevoegde autoriteiten.
    17
  • Niettegenstaande het eerste lid mag een zaak niet aan arbitrage worden onderworpen indien:
    • a.de zaak verband houdt met handelingen ten aanzien waarvan de belastingplichtige of een daarmee verbonden persoon (of een persoon die optreedt namens de belastingplichtige of een daarmee verbonden persoon) door een rechter schuldig is bevonden of ten aanzien waarvan hij een aanzienlijke straf heeft gekregen wegens belastingfraude of het ontduiken of ontwijken van belasting;
    • b.de zaak de toepassing van de nationale Ierse regels ter bestrijding van het ontwijken van belasting, vervat in de artikelen 811 en 811A van de Taxes Consolidation Act 1997, behelst. Eventuele volgende bepalingen ter vervanging, aanpassing of actualisering van deze regels ter bestrijding van het ontwijken van belasting vallen hier tevens onder. Ierland stelt Nederland langs diplomatieke weg in kennis van deze eventuele volgende bepalingen;
    • c.de kwestie valt onder de reikwijdte van een zaak ten aanzien waarvan een arbitragepanel of soortgelijk lichaam eerder is ingesteld in overeenstemming met een bilateraal of multilateraal verdrag dat voorziet in verplichte en bindende arbitrage bij onopgeloste kwesties die voortvloeien uit een zaak die in een procedure voor onderling overleg wordt behandeld.
    18
  • De bevoegde autoriteiten leggen de arbitrale uitspraak binnen 180 dagen na toezending van de uitspraak ten uitvoer door een onderlinge regeling vast te stellen voor de zaak die tot de arbitrage heeft geleid.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.