- 1
- De aangewezen luchtvaartmaatschappijen van beide Partijen worden op eerlijke en gelijke wijze in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan het internationale luchtvervoer dat door deze Overeenkomst wordt beheerst.
- 2
- Elke Partij treft alle passende maatregelen binnen haar rechtsmacht ter bestrijding van alle vormen van discriminatie of oneerlijke concurrentiepraktijken die de concurrentiepositie van de luchtvaartmaatschappijen van de andere Partij nadelig beïnvloeden.
- 3
- De aangewezen luchtvaartmaatschappij van de ene Partij houdt bij de exploitatie van overeengekomen diensten op een omschreven route naar behoren rekening met de belangen van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Partij wanneer zij dezelfde route exploiteert. Met name dient het eerste doel te zijn te voorzien in de huidige en verwachte vervoersbehoeften betreffende het vervoer van passagiers, vracht en/of post op de omschreven routes.
- 4
- Geen der Partijen beperkt eenzijdig de in deze Overeenkomst en de Bijlage daarbij vervatte rechten ten aanzien van de omvang van het vervoer, de frequentie of regelmaat van de dienst of het type vliegtuig dat of de typen vliegtuigen die door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Partij wordt/worden geëxploiteerd, behalve voor zover nodig uit een oogpunt van douane, technische voorschriften, exploitatie of milieu, in welk geval zulke beperkingen onder eenvormige voorwaarden worden toegepast op non-discriminatoire wijze en verenigbaar met artikel 15 van het Verdrag van Chicago.