- 1
- De Overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied waarvan een onderdaan van de andere Overeenkomstsluitende Partij een investering doet of beoogt te doen, stemt in met elk verzoek van de zijde van zulk een onderdaan elk geschil dat zich in verband met de investering voordoet, voor bemiddeling of arbitrage voor te leggen aan het Centrum dat is opgericht krachtens het Verdrag inzake de beslechting van geschillen met betrekking tot investeringen tussen Staten en onderdanen van andere Staten, dat op 18 maart 1965 te Washington voor ondertekening werd opengesteld.
- 2
- Een rechtspersoon, opgericht of gesticht ingevolge de op het grondgebied van de ene Overeenkomstsluitende Partij van kracht zijnde wet en waarvan de meerderheid van de aandelen, voordat zulk een geschil zich voordeed, in het bezit was van onderdanen van de andere Overeenkomstsluitende Partij, wordt overeenkomstig artikel 25, tweede lid, letter (b) van het Verdrag, voor de toepassing van het Verdrag, behandeld als onderdaan van de andere Overeenkomstsluitende Partij.